Posts tonen met het label Gods Woord. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Gods Woord. Alle posts tonen

28.1.21

Dagelijkse woorden van God | Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven | Fragment 5



Christus van de laatste dagen brengt het leven en brengt de blijvende en eeuwige weg van de waarheid. Deze waarheid is het pad waardoor de mens het leven zal verkrijgen en het enige pad waardoor de mens God zal kennen en door God zal worden goedgekeurd. Als je niet de weg van het leven zoekt die door Christus van de laatste dagen wordt voorzien, dan zul je nooit de goedkeuring van Jezus verkrijgen en zul je nooit gekwalificeerd worden om de poort van het koninkrijk van de hemel binnen te gaan, want je bent zowel een marionet als een gevangene van de geschiedenis. Degenen die worden beheerst door regels en geschreven woorden en geketend zijn door de geschiedenis zullen nooit in staat zijn om het leven te verkrijgen en zullen nooit in staat zijn om de eeuwige weg van het leven te verkrijgen. Dat komt omdat alles wat ze hebben troebel water is dat al duizenden jaren stil heeft gestaan, in plaats van het levenswater dat vanuit de troon stroomt. Degenen die niet van het levenswater zijn voorzien, zullen voor altijd lijken blijven, speelgoed van Satan en zonen van de hel. Hoe kunnen zij dan God aanschouwen? Als je alleen maar probeert vast te houden aan het verleden, alleen probeert dingen in stand te houden door stil te staan en niet probeert de huidige situatie te veranderen en de geschiedenis terzijde te leggen, zul je dan niet altijd tegen God zijn? De stappen van Gods werk zijn enorm en machtig, zoals rollende golven en bulderende donderslagen – toch zit je stil en wacht je passief vernietiging af, vasthoudend aan je dwaasheid en het niets doen. Hoe kun je op deze manier worden beschouwd als iemand die de voetsporen van het Lam volgt? Hoe kun je de God die jij vasthoudt rechtvaardigen als een God die altijd nieuw is en nooit oud? En hoe kunnen de woorden van je vergeelde boeken je meenemen naar een nieuw tijdperk? Hoe kunnen ze je leiden in je zoektocht naar de stappen van Gods werk? En hoe kunnen ze je meenemen naar de hemel? Wat je in handen hebt, zijn de geschreven woorden die slechts kunnen zorgen voor tijdelijke troost, niet de waarheden die in staat zijn om het leven te geven. De geschriften die je leest, kunnen slechts je taal verrijken, zij bevatten geen woorden van wijsheid die je kunnen helpen het menselijk leven te kennen, noch zijn zij wegen die je naar vervolmaking kunnen leiden. Is deze tegenstrijdigheid geen aanleiding tot reflectie? Kun je hierdoor niet de mysteriën begrijpen die zich binnenin bevinden? Ben je in staat om jezelf in je eentje naar de hemel te brengen om God te ontmoeten? Kun je jezelf meenemen naar de hemel om te genieten van het familiegeluk met God, zonder tussenkomst van God? Ben je nu nog steeds aan het dromen? Ik stel voor dat je stopt met dromen en kijkt naar wie er nu werkt, naar wie nu bezig is met het redden van de mens in de laatste dagen. Als je dat niet doet, zul je nooit de waarheid verkrijgen en zul je nooit het leven verkrijgen.

Degenen die het leven willen verkrijgen zonder te vertrouwen op de waarheid gesproken door Christus zijn de meest belachelijke mensen op aarde en zij die de weg van het leven die door Christus is gebracht niet accepteren, zijn verloren in fantasie. En dus zeg ik dat de mensen die Christus van de laatste dagen niet accepteren, voor eeuwig veracht worden door God. Christus is gedurende de laatste dagen voor de mens de poort tot het koninkrijk, die niemand mag omzeilen. Niemand zal door God worden vervolmaakt dan alleen door Christus. Je gelooft in God en dus moet je Zijn woorden accepteren en Zijn weg gehoorzamen. Je moet niet alleen denken aan het verkrijgen van zegeningen zonder de waarheid te ontvangen, of zonder de voorziening van het leven te aanvaarden. Christus komt tijdens de laatste dagen zodat iedereen die echt in Hem gelooft, het leven kan verkrijgen. Zijn werk is bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en het nieuwe binnen te gaan en is het pad dat moet worden gevolgd door iedereen die het nieuwe tijdperk zou binnengaan. Als je niet in staat bent Hem te erkennen en in plaats daarvan Hem veroordeelt, lastert of zelfs vervolgt, dan ben je bestemd om te branden in eeuwigheid en zul je nooit het koninkrijk van God binnengaan. Want deze Christus is Zelf de uitdrukking van de Heilige Geest, de uitdrukking van God, Degene die God Zijn werk op aarde heeft toevertrouwd. En dus zeg ik dat als je niet alles kunt accepteren wat gedaan is door Christus van de laatste dagen, je de Heilige Geest lastert. De vergelding die moet worden geleden door hen die de Heilige Geest lasteren, is voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zeg je ook dat als je je verzet tegen Christus van de laatste dagen en Hem verloochent, er niemand is die de gevolgen voor jou kan dragen. Bovendien zul je vanaf deze dag geen nieuwe kans meer hebben om de goedkeuring van God te krijgen; zelfs als je jezelf probeert te redden, zul je nooit meer het aangezicht van God zien. Want waar je tegen bent is geen mens, wat je ontkent, is niet een nietig wezen, maar Christus. Ben je je bewust van deze consequentie? Je hebt geen kleine fout gemaakt, maar een gruwelijke misdaad begaan. En daarom adviseer ik iedereen om je niet vijandig tegenover de waarheid op te stellen, of achteloze kritieken te uiten, want alleen de waarheid kan je het leven brengen en niets anders dan de waarheid kan je in staat stellen om herboren te worden en het aangezicht van God te aanschouwen.

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’





17.1.21

De Redder is al teruggekeerd op een ‘witte wolk’ | Fragment 44



Dagelijkse woorden van God | De Redder is al teruggekeerd op een ‘witte wolk’ | Fragment 44


‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote macht bezit en vol wijsheid is. ‘Jezus’ is Immanuël, de naam voor het zondoffer dat vol liefde en vol medeleven is en de mens verlost. Hij deed het werk van het Tijdperk van Genade, en vertegenwoordigt het Tijdperk van Genade, en kan slechts één deel van Gods managementplan voor de mensheid vertegenwoordigen. Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Izaäk, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël. En zodoende aanbidden alle Israëlieten, behalve de stam van Juda, in de huidige tijd Jehova. Zij brengen Hem offers op het altaar en dienen Hem in de tempel in priestergewaden. Waar zij op hopen is de terugkeer van Jehova. Alleen Jezus is de verlosser van de mensheid. Hij is het zondoffer dat de mensheid heeft verlost. Dat wil zeggen, de naam Jezus is afkomstig van het Tijdperk van Genade, en ontleent Zijn bestaan aan het verlossingswerk in het Tijdperk van Genade. Door de naam van Jezus konden de mensen van het Tijdperk van Genade opnieuw worden geboren en gered en de naam Jezus is een speciale naam voor de verlossing van de hele mensheid. En zo vertegenwoordigt de naam Jezus het verlossingswerk en duidt het Tijdperk van Genade aan. De naam Jehova is een speciale naam met betrekking tot het volk van Israël dat leefde onder de wet. In elk tijdperk en elke fase van mijn werk heeft mijn naam een reden en een representatieve betekenis: elke naam vertegenwoordigt één tijdperk. ‘Jehova’ vertegenwoordigt het Tijdperk van de Wet en is eretitel voor de God die wordt aanbeden door het volk van Israël. ‘Jezus’ vertegenwoordigt het Tijdperk van de Genade en is de naam van de God van al degenen die zijn verlost in het Tijdperk van Genade. Als de mens nog steeds verlangt naar de komst van Jezus de Redder in de laatste dagen en nog steeds verwacht dat Hij zal komen in de gestalte die Hij in Judea had, zou Gods hele zesduizendjarig managementplan voor de mensheid eindigen in het Tijdperk van de Verlossing en zou geen voortgang meer kunnen vinden. Bovendien zouden de laatste dagen dan nooit komen en het tijdperk zou nooit tot een einde worden gebracht. Dat is omdat de rol van Jezus de Redder alleen de redding en verlossing van de mensheid was. Ik heb de naam Jezus aangenomen in het belang van al de zondaren in het Tijdperk van Genade en het is niet de naam waaronder ik de hele mensheid zal beëindigen. Hoewel Jehova, Jezus, en de Messias allen mijn Geest vertegenwoordigen, duiden deze namen alleen de verschillende tijdperken van mijn managementplan voor de mensheid aan en ze vertegenwoordigen mij niet in mijn volledigheid. De namen waarmee mensen op aarde mij aanduiden, kunnen niet mijn gezindheid in al haar aspecten en alles wat ik ben verwoorden. Het zijn slechts verschillende namen waarmee ik in de verschillende tijdperken ben aangeduid. En zo zal mijn naam wanneer de eindtijd – de tijd van de laatste dagen – aanbreekt, opnieuw veranderen. Ik zal niet worden aangeduid met Jehova of Jezus, laat staan de Messias, maar ik zal de indrukwekkende Almachtige God Zelf worden genoemd, en onder deze naam zal ik het gehele tijdperk tot een einde voeren. Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook aangeduid met Messias en de mensen noemden me Jezus de Redder, omdat ze van mij hielden en mij respecteerden. Maar in deze tijd ben ik niet de Jehova of Jezus die de mensen kennen uit het verleden – ik ben de God die is teruggekeerd in de laatste dagen, de God die dit tijdperk tot het einde zal voeren. Ik ben God Zelf die oprijst aan de einden van de aarde, met de volledige manifestatie van mijn gezindheid en vol gezag, eer en glorie. De mensen zijn nooit interactie met mij aangegaan, hebben mij nooit leren kennen en hebben mijn gezindheid nooit leren kennen. Vanaf de schepping van de wereld tot op de dag van vandaag heeft geen enkel mens mij ooit gezien. Dit is de God die in de laatste dagen aan de mens verschijnt, maar onder de mensen verborgen is. Hij houdt verblijf onder de mensen, waarachtig en echt, als de brandende zon en het vlammende vuur, vol kracht en vol gezag. En er is geen enkel mens of ding die niet zal worden geoordeeld door mijn woorden en er is geen enkel mens of ding dat niet door het branden van het vuur zal worden gezuiverd. Uiteindelijk zullen alle naties worden gezegend vanwege mijn woorden en ook aan stukken worden geslagen vanwege mijn woorden. Zo zullen alle mensen in de laatste dagen zien dat ik de teruggekeerde Redder ben, dat ik de Almachtige God ben die de hele mensheid overwint; ik ben ooit het zondoffer voor de mens geweest, maar in de laatste dagen word ik ook het vuur van de zon dat alles verbrandt en de zon van de rechtvaardigheid die alles openbaart. Dat is mijn werk van de laatste dagen. Ik heb deze naam aangenomen en ik bezit deze gezindheid zodat alle mensen kunnen zien dat ik een rechtvaardige God ben, en de brandende zon en het vlammende vuur. Dit is zodat allen mij, de enige ware God, kunnen aanbidden en zodat zij mijn ware gezicht kunnen zien: ik ben niet alleen de God van de Israëlieten en ik ben niet alleen de verlosser – ik ben de God van alle schepselen in de hemelen, op de aarde en in de zeeën.

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

4.1.21

Dagelijkse woorden van God | De visie van Gods werk (3) | Fragment 41




Het werk van God door Zijn gehele management heen is glashelder: het Tijdperk van Genade is het Tijdperk van Genade, en de laatste dagen zijn de laatste dagen. Er zijn duidelijke verschillen tussen elk tijdperk, want in elk tijdperk doet God werk dat typerend is voor dat tijdperk. De volbrenging van het werk van de laatste dagen vergt vuur, oordeel, tuchtiging, toorn en vernietiging ter voleinding van het tijdperk. De laatste dagen verwijzen naar het laatste tijdperk. Zou God tijdens het laatste tijdperk geen einde maken aan het tijdperk? Om het tijdperk ten einde te brengen, moet God tuchtiging en oordeel met Zich meebrengen. Alleen op deze manier kan Hij het tijdperk ten einde brengen. Jezus had als doel dat de mens zou kunnen blijven overleven, voortbestaan, en een beter bestaan zou kunnen hebben. Hij redde de mens van de zonde, opdat deze zijn afdaling in verdorvenheid kon tegenhouden en niet langer in Hades en de hel zou leven, en door de mens te redden uit Hades en de hel liet Hij hem verder leven. Nu zijn de laatste dagen aangebroken. Hij zal de mens wegvagen en het menselijke ras volledig vernietigen, dat wil zeggen: Hij zal de rebellie van de mensheid transformeren. Daarom zou God met de mededogende en liefhebbende gezindheid van vroeger met geen mogelijkheid het tijdperk tot een einde kunnen brengen of Zijn managementplan van zesduizend jaar kunnen verwezenlijken. Elk tijdperk biedt een afzonderlijke weergave van Gods gezindheid, en elk tijdperk behelst werk dat door God moet worden uitgevoerd. Daarom biedt het werk dat God Zelf in elk tijdperk doet, de weergave van Zijn ware gezindheid, en zowel Zijn naam als het werk dat Hij uitvoert, veranderen mee met het tijdperk; ze zijn allemaal nieuw. Tijdens het Tijdperk van de Wet werd het werk van het leiden van de mensheid uitgevoerd onder de naam Jehova, en de eerste fase van het werk werd op aarde geïnitieerd. In deze fase bestond het werk uit de bouw van de tempel en het altaar en het leiden van het volk Israël en het werken in hun midden door middel van de wet. Door het volk Israël te leiden, legde Hij een basis voor Zijn werk op aarde. Vanuit deze basis breidde Hij Zijn werk verder uit dan Israël, dat wil zeggen: Hij breidde Zijn werk uit vanuit Israël, zodat latere geslachten geleidelijk te weten kwamen dat Jehova God was, en dat Jehova de Schepper van hemel en aarde en alle dingen was, en dat Jehova alle levende wezens geschapen heeft. Hij verspreidde Zijn werk door het volk Israël heen, hen voorbij. Het land Israël was de eerste heilige plaats van Jehova’s werk op aarde, en het was het land Israël waar God het eerst te werk ging op aarde. Dat was het werk van het Tijdperk van de Wet. Voor het werk van het Tijdperk van Genade was Jezus de God die de mens redde. Wat Hij had en waaruit Hij bestond, was genade, liefde, barmhartigheid, verdraagzaamheid, geduld, nederigheid, zorg en tolerantie, en zo’n groot onderdeel van het werk dat Hij deed was omwille van de verlossing van de mens. Zijn gezindheid was er één van barmhartigheid en liefde, en omdat Hij barmhartig en liefdevol was, moest Hij voor de mens aan het kruis genageld worden om te laten zien dat God de mens liefhad als Zichzelf, zozeer zelfs dat Hij Zichzelf volledig opofferde. Tijdens het Tijdperk van Genade was de naam van God Jezus, dat wil zeggen: God was een God die de mens redde, en Hij was een barmhartige en liefhebbende God. God was met de mens. Zijn liefde, Zijn barmhartigheid en Zijn verlossing waren met eenieder. Alleen door aanvaarding van de naam van Jezus en Zijn aanwezigheid kon de mens vrede en vreugde verkrijgen, en Zijn zegen, Zijn grote en talrijke genadegaven en Zijn redding ontvangen. Door de kruisiging van Jezus ontvingen al Zijn volgelingen verlossing en werden hun zonden vergeven. Tijdens het Tijdperk van Genade was Jezus de naam van God. Met andere woorden, het werk van het Tijdperk van Genade geschiedde voornamelijk onder de naam Jezus. Tijdens het Tijdperk van Genade werd God Jezus genoemd. Hij voerde een fase van nieuw werk uit die het Oude Testament oversteeg, en Zijn werk eindigde met de kruisiging. Dit was Zijn volledige werk. Daarom was de naam van God tijdens het Tijdperk van de Wet Jehova, en werd God in het Tijdperk van Genade vertegenwoordigd door de naam van Jezus. Tijdens de laatste dagen is Zijn naam Almachtige God – de Almachtige, die Zijn kracht inzet om de mens de weg te wijzen, de mens te overwinnen en de mens voor zich te winnen en uiteindelijk het tijdperk ten einde te brengen. In elk tijdperk, in elke fase van Zijn werk, is Gods gezindheid duidelijk.

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

29.12.20

Voorwoord

Mythe boek

Er zijn veel mensen die in God geloven, maar toch zijn er maar weinig die beseffen wat het geloof in God inhoudt en wat ze moeten doen om een mens naar Gods hart te zijn. Dit komt doordat, hoewel mensen wel het woord ‘God’ kennen en frases zoals ‘het werk van God’, zij God toch niet kennen – laat staan Zijn werk. Het is dan ook geen wonder dat iedereen die God niet kent een warrig geloof bezit. Mensen nemen het geloof in God niet serieus omdat geloven in God te onbekend en te vreemd voor ze is. Ze voldoen daardoor niet aan de eis van God. Met andere woorden: als mensen God en Zijn werk niet kennen, zijn ze niet geschikt om door God te worden gebruikt en kunnen ze nog veel minder aan de wens van God voldoen. ‘Geloof in God’ betekent geloven dat er een God is. Dit is het meest eenvoudige concept van het geloof in God. Geloven dat er een God is, is bovendien niet hetzelfde als oprecht in God geloven. Zoiets is eerder een simpele overtuiging waarmee religie sterk wordt geïmpliceerd. Oprecht geloof in God houdt in dat je het woord en werk van God ervaart op basis van een overtuiging dat God in alle dingen soeverein is. Daardoor word je bevrijd van je verdorven gezindheid, voldoe je aan de wens van God en leer je God kennen. Alleen door zo’n traject kan er worden gezegd dat je in God gelooft. Toch zien mensen het geloof in God vaak als iets eenvoudigs en onbelangrijks. Mensen die op die manier in God geloven zijn kwijt wat het betekent om in God te geloven en al blijven ze wellicht tot aan het einde toe geloven, ze zullen nooit Gods goedkeuring ontvangen, omdat deze mensen het verkeerde pad bewandelen. Er zijn vandaag de dag nog steeds mensen die volgens de letter in God geloven, die geloven in inhoudsloze doctrines. Ze zijn zich er niet van bewust dat hun geloof in God geen essentie heeft en dat ze niet de goedkeuring van God kunnen winnen. Niettemin bidden ze tot God om vrede en overvloedige genade. We moeten hierbij stilstaan en onszelf de vraag stellen: Kan geloven in God echt het gemakkelijkste op aarde zijn? Betekent geloven in God niets meer dan het ontvangen van veel genade van God? Kunnen personen die in God geloven, maar die Hem niet kennen en die in God geloven maar Hem toch tegenwerken écht aan de wens van God voldoen?

20.12.20

Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid

Mythologieboeken

Het werk van de laatste dagen is onder allen een scheiding aan te brengen naar gelang hun soort, om het managementplan van God af te ronden, want de tijd is nabij en de dag van God is gekomen. God brengt iedereen die Zijn koninkrijk is binnengegaan, dat wil zeggen, iedereen die Hem tot het einde toe trouw is gebleven, het tijdperk van God Zelf binnen. Nochtans, voordat het tijdperk van God Zelf is aangebroken, is het werk dat God zal doen niet het observeren van de daden van de mens of het informeren naar het leven van de mens, maar het oordelen van zijn opstandigheid, want God zal al diegenen die voor Zijn troon komen zuiveren. Al diegenen die God in Zijn voetstappen gevolgd zijn tot aan deze dag zijn degenen die voor de troon van God gekomen zijn, en om die reden wordt ieder afzonderlijk individu dat Gods werk in de laatste fase accepteert, het onderwerp van Gods zuivering. Met andere woorden, iedereen die Gods werk in de laatste fase accepteert is het onderwerp van Gods oordeel.

11.12.20

De Redder is al teruggekeerd op een ‘witte wolk’

 

De Redder is al teruggekeerd op een ‘witte wolk’

De mens verlangt er al een paar duizend jaar naar om getuige te kunnen zijn van de komst van de Redder. De mens heeft verlangd naar de aanschouwing van Jezus de Redder op een witte wolk, terwijl Hij in levenden lijve afdaalt onder degenen die al een paar duizend jaar naar Hem hebben gesmacht en gehunkerd. De mens heeft verlangd naar de terugkeer van de Redder en Zijn hereniging met de mensen, naar de terugkeer van Jezus de Redder naar de mensen van wie Hij al duizenden jaren is gescheiden. En de mens hoopt dat Hij het verlossingswerk dat Hij onder de Joden heeft gedaan opnieuw zal verrichten, medelevend en liefdevol zal zijn tegenover de mens, de zonden van de mens zal vergeven, de zonden van de mens op Zich zal nemen, zelfs al de overtredingen van de mens op Zich zal nemen en de mens zal bevrijden van de zonde. De mens verlangt ernaar dat Jezus de Redder hetzelfde is als vroeger: een Redder die beminnelijk, aimabel en eerbiedwaardig is, die nooit vertoornd is tegenover de mens en de mens nooit iets verwijt. De Redder vergeeft alle zonden van de mens, neemt alle zonden van de mens op Zich en sterft zelfs nog een keer aan het kruis voor de mens. Sinds het afscheid van Jezus hebben Zijn volgelingen en al de heiligen die zijn gered in Zijn naam, wanhopig naar Hem verlangd en uitgekeken. Al degenen die zijn gered door de genade van Jezus Christus in het Tijdperk van Genade hebben verlangd naar die vreugdevolle dag in de laatste dagen wanneer Jezus de Redder op een witte wolk afdaalt en onder de mensen verschijnt. Dit is natuurlijk ook de collectieve wens van al degenen die de naam van Jezus de Redder vandaag de dag aanvaarden. Iedereen in het heelal die weet van de verlossing door Jezus de Redder heeft wanhopig verlangd naar de plotselinge komst van Jezus Christus, zodat deze woorden van Jezus, wanneer Hij op aarde is, in vervulling kunnen gaan: “Ik zal op dezelfde manier komen als ik ben gegaan.” De mens gelooft dat Jezus na de kruisiging en opstanding naar de hemel terugkeerde op een witte wolk en zijn plaats innam aan de rechterhand van de Allerhoogste. De mens stelt zich dat op eenzelfde manier voor: Jezus zal weer op een witte wolk (deze wolk verwijst naar de wolk waarop Jezus reed toen Hij naar de hemel terugkeerde) afdalen onder degenen die duizenden jaren wanhopig naar Hem hebben verlangd en dat Hij de gestalte zal hebben en de kleding zal dragen van de Joden. Nadat Hij onder de mensen is verschenen zal Hij hun voedsel geven en levend water voor hen laten stromen en Hij zal onder de mensen leven, vol genade en liefde, levend en echt. Enzovoorts. Toch is dit niet wat Jezus de Redder heeft gedaan; Hij heeft het tegenovergestelde gedaan van wat de mens zich heeft voorgesteld. Hij is niet afgedaald onder degenen die zozeer naar Zijn terugkeer hebben verlangd en Hij is niet rijdend op een witte wolk aan alle mensen verschenen. Hij is al aangekomen, maar de mens kent Hem niet en blijft onwetend van Hem. De mens kijkt slechts doelloos naar Hem uit, niet vermoedend dat Hij al op een witte wolk is afgedaald (de witte wolk die Zijn Geest, Zijn woorden en Zijn gezindheid in al haar aspecten en alles wat Hij is) en Hij is nu onder een groep mensen die Hij in de laatste dagen tot overwinnaars zal maken. De mens beseft dit niet: de heilige Redder Jezus is vol genegenheid en liefde tegenover de mens, maar hoe kon Hij dan in de ‘tempels’ vol vuil en onreine geesten werken? De mens heeft uitgekeken naar zijn komst, maar hoe kon Hij verschijnen onder de degenen die het vlees van de onrechtvaardigen eten, het bloed van de onrechtvaardigen drinken, de kleren van de onrechtvaardigen dragen, die in Hem geloven maar Hem niet kennen en Hem constant afpersen? De mens weet alleen dat Jezus de Redder vol liefde en medeleven is en het zondoffer voor onze verlossing. Maar de mens heeft er geen idee van dat Hij ook God Zelf is, die vol rechtvaardigheid, majesteit en toorn is en die het oordeel, het gezag en de waardigheid vertegenwoordigt. Dus al verlangt en hunkert de mens ontzettend naar de terugkeer van de verlosser en al wordt zelfs de hemel bewogen door de gebeden van de mens, Jezus de Redder verschijnt niet aan degenen die in Hem geloven maar Hem niet kennen.

‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote kracht bezit en vol wijsheid is. ‘Jezus’ is Immanuël, de naam voor het zondoffer dat vol liefde en vol medeleven is en de mens verlost. Hij deed het werk van het Tijdperk van Genade, en vertegenwoordigt het Tijdperk van Genade, en kan slechts één deel van Gods managementplan vertegenwoordigen. Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël. En zodoende aanbidden alle Israëlieten, behalve dan het Joodse volk, in de huidige tijd Jehova. Zij brengen Hem offers op het altaar en dienen Hem in de tempel in priestergewaden. Waar zij op hopen is de nieuwe verschijning van Jehova. Alleen Jezus is de verlosser van de mensheid. Hij is het zondoffer dat de mensheid heeft verlost. Dat wil zeggen, de naam Jezus is afkomstig van het Tijdperk van Genade, en ontleent zijn bestaan aan het verlossingswerk in het Tijdperk van Genade. De naam Jezus bestond om te zorgen dat de mensen van het Tijdperk van Genade opnieuw konden worden geboren en gered en de naam Jezus is een speciale naam voor de verlossing van de hele mensheid. En zo vertegenwoordigt de naam Jezus het verlossingswerk en duidt het Tijdperk van Genade aan. De naam Jehova is een speciale naam met betrekking tot het volk van Israël dat leefde onder de wet. In elk tijdperk en elke fase van mijn werk heeft mijn naam een reden en een representatieve betekenis: elke naam vertegenwoordigt één tijdperk. ‘Jehova’ vertegenwoordigt het Tijdperk van de Wet en is eretitel voor de God die wordt aanbeden door het volk van Israël. ‘Jezus’ vertegenwoordigt het Tijdperk van Genade en is de naam van de God van al degenen die zijn verlost in het Tijdperk van Genade. Als de mens nog steeds verlangt naar de komst van Jezus de Redder in de laatste dagen en nog steeds verwacht dat Hij zal komen in de gestalte die Hij in Judea had, zou Gods hele zesduizendjarig managementplan eindigen in het Tijdperk van de Verlossing en zou geen voortgang meer kunnen vinden. Bovendien zouden de laatste dagen dan nooit komen en het tijdperk zou nooit tot een einde worden gebracht. Dat is omdat de rol van Jezus de Redder alleen de redding en verlossing van de mensheid was. Ik heb de naam Jezus aangenomen in het belang van al de zondaren in het Tijdperk van Genade en het is niet de naam waaronder ik de hele mensheid zal beëindigen. Hoewel Jehova, Jezus, en de Messias allen mijn Geest vertegenwoordigen, duiden deze namen alleen de verschillende tijdperken van mijn managementplan aan en ze vertegenwoordigen mij niet in mijn volledigheid. De namen waar mensen op aarde mij mee noemen, kunnen niet duidelijk mijn volledige gezindheid en alles wat ik ben tot uitdrukking brengen. Het zijn slechts verschillende namen waarmee ik in de verschillende tijdperken word genoemd. En zo zal mijn naam wanneer de eindtijd – de tijd van de laatste dagen – aanbreekt, opnieuw veranderen. Ik zal niet Jehova of Jezus worden genoemd, laat staan de Messias, maar ik zal de indrukwekkende Almachtige God Zelf worden genoemd, en onder deze naam zal ik het gehele tijdperk tot een einde voeren. Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook de Messias genoemd en de mensen noemden me Jezus de Redder, omdat ze van mij hielden en mij respecteerden. Maar in deze tijd ben ik niet de Jehova of Jezus die de mensen in het verleden hebben gekend – ik ben de God die is teruggekeerd in de laatste dagen, de God die het tijdperk tot het einde zal voeren. Ik ben God Zelf die oprijst vanaf het uiteinde der aarde, vervuld van mijn volledige gezindheid en vol gezag, eer en glorie. De mensen zijn nooit interactie met mij aangegaan, hebben mij nooit leren kennen en hebben mijn gezindheid nooit leren kennen. Vanaf de schepping van de wereld tot op de dag van vandaag heeft geen enkel mens mij ooit gezien. Dit is de God die in de laatste dagen aan de mens verschijnt, maar onder de mensen verborgen is. Hij houdt verblijf onder de mensen, waarachtig en echt, als de brandende zon en het vlammende vuur, vol kracht en vol gezag. Absoluut iedereen, absoluut alles zal worden geoordeeld door mijn woorden en er is geen enkel mens of ding dat niet door het branden van het vuur zal worden gezuiverd. Uiteindelijk zullen alle naties worden gezegend vanwege mijn woorden en ook aan stukken worden geslagen vanwege mijn woorden. Zo zullen alle mensen in de laatste dagen zien dat ik de teruggekeerde Redder ben, dat ik de Almachtige God ben die de hele mensheid overwint. En allen zullen zien dat ik ooit het zondoffer voor de mens ben geweest, maar in de laatste dagen word ik ook het vuur van de zon dat alles verbrandt en de Zon van de rechtvaardigheid die alles openbaart. Dat is mijn werk van de laatste dagen. Ik heb deze naam aangenomen en ik bezit deze gezindheid zodat alle mensen kunnen zien dat ik een rechtvaardige God ben, en de brandende zon en het vlammende vuur. Dit is zodat allen mij, de enige ware God, kunnen aanbidden en zodat zij mijn ware gezicht kunnen zien: ik ben niet alleen de God van de Israëlieten en ik ben niet alleen de Verlosser – ik ben de God van alle schepselen in de hemelen, op de aarde en in de zeeën.

Wanneer in de laatste dagen de Redder komt en Hij nog steeds Jezus zou worden genoemd en nogmaals in Judea zou worden geboren en Zijn werk in Judea zou doen, zou daaruit blijken dat ik alleen het volk van Israël heb geschapen en alleen het volk van Israël heb verlost en dat ik niets met de heidenen heb te maken. Zou dat niet in tegenspraak zijn met de woorden dat “ik de God ben die de hemel en de aarde en alles heeft geschapen”? Ik heb Judea verlaten en doe mijn werk onder de heidenen omdat ik niet slechts de God van het volk van Israël ben, maar de God van alle schepselen. Ik verschijn in de laatste dagen onder de heidenen omdat ik niet alleen Jehova, de God van het volk van Israël, ben, maar bovenal ook de Schepper van al mijn uitverkorenen onder de heidenen. Ik heb niet alleen Israël, Egypte en Libanon geschapen, maar ook al de naties van de heidenen buiten Israël. En daarom ben ik de God van alle schepselen. Ik heb Israël slechts als het aanvangspunt voor mijn werk gebruikt, waarbij ik Judea en Galilea als de bastions van mijn verlossingswerk heb gebruikt, en ik gebruik de naties van de heidenen als de basis van waaruit ik het gehele tijdperk tot een einde zal voeren. Ik heb twee fases van mijn werk in Israël uitgevoerd (het werk van het Tijdperk van de Wet en het werk van het Tijdperk van Genade) en ik heb nog twee andere fases van mijn werk (het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk) in de landen buiten Israël uitgevoerd. In de naties van de heidenen zal ik het overwinningswerk van de mensheid doen en zo het tijdperk tot het einde voeren. Als de mens me altijd Jezus Christus noemt, maar niet weet dat ik tijdens de laatste dagen een nieuw tijdperk heb laten beginnen, en ben begonnen met nieuw werk en als de mensen altijd geobsedeerd uitkijken naar de komst van Jezus de Redder, zal ik deze mensen beschouwen als mensen die niet in mij geloven. Het zijn mensen die mij niet kennen, en hun geloof in mij is een schijnvertoning. Zouden zulke mensen de getuige kunnen zijn van de komst van Jezus de Redder uit de hemel? Ze kijken niet uit naar mijn komst, maar naar de komst van de Koning van de Joden. Zij verlangen er niet naar dat ik deze onzuivere oude wereld vernietig, maar verlangen in plaats daarvan naar de wederkomst van Jezus, waarna zij zullen worden gered; zij kijken ernaar uit dat Jezus nogmaals de hele mensheid verlost uit dit bezoedelde en onrechtvaardige land. Hoe kunnen deze mensen de mensen worden die mijn werk in de laatste dagen tot vervolmaking brengen? De verlangens van de mens kunnen mijn wensen niet vervullen en mijn werk niet uitvoeren, want de mens bewondert en koestert slechts het werk dat ik eerder heb gedaan en heeft er geen idee van dat ik de God Zelf ben die altijd nieuw en nooit oud is. De mens weet slechts dat ik Jehova ben, en Jezus, en heeft er geen benul van dat ik de laatste ben, de Ene die de mensheid zal beëindigen. Het enige waarnaar de mens hunkert en wat de mens weet, is wat bestaat in zijn eigen beleving en denkbeelden, en is slechts wat hij kan zien met zijn eigen ogen. Dat is niet in overeenstemming met het werk dat ik doe, het is daar niet op afgestemd. Als mijn werk zou worden uitgevoerd volgens de ideeën van de mens, wanneer zou dat dan worden voltooid? Wanneer zou de mensheid tot rust komen? En hoe zou ik tot de zevende dag, de Sabbat, kunnen komen? Ik werk volgens mijn plan, in overeenstemming met mijn doel, en niet volgens de bedoelingen van de mens.

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

2.12.20

Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid

Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid

Het werk van de laatste dagen is onder allen een scheiding aan te brengen naar gelang hun soort, om het managementplan van God af te ronden, want de tijd is nabij en de dag van God is gekomen. God brengt iedereen die Zijn koninkrijk is binnengegaan, dat wil zeggen, iedereen die Hem tot het einde toe trouw is gebleven, het tijdperk van God Zelf binnen. Nochtans, voordat het tijdperk van God Zelf is aangebroken, is het werk dat God zal doen niet het observeren van de daden van de mens of het informeren naar het leven van de mens, maar het oordelen van zijn opstandigheid, want God zal al diegenen die voor Zijn troon komen zuiveren. Al diegenen die God in Zijn voetstappen gevolgd zijn tot aan deze dag zijn degenen die voor de troon van God gekomen zijn, en om die reden wordt ieder afzonderlijk individu dat Gods werk in de laatste fase accepteert, het onderwerp van Gods zuivering. Met andere woorden, iedereen die Gods werk in de laatste fase accepteert is het onderwerp van Gods oordeel.

Het ‘oordeel’ in de eerder uitgesproken woorden – het oordeel zal beginnen in het huis van God – verwijst naar het oordeel dat God vandaag velt over degenen die voor Zijn troon komen in de laatste dagen. Misschien zijn mensen die geloven in bovennatuurlijke verbeeldingen zoals, dat wanneer de laatste dagen aangebroken zijn, God een grote tafel in de hemelen zal opstellen waar een wit tafelkleed op wordt uitgelegd, waarna Hij, gezeten op een grote troon met alle mensen geknield op de grond, de zonden van ieder mens zal openbaren en daarbij zal bepalen of zij naar de hemel mogen opstijgen of naar beneden gestuurd worden naar de poel van vuur en zwavel. Hoe de mens zich dit ook voorstelt, de essentie van Gods werk kan niet worden veranderd. De verbeeldingen van de mens zijn niets anders dan de hersenspinsels van de mens en zijn afkomstig uit de hersenpan van de mens, een samenraapsel van allerlei dingen die de mens heeft gezien en gehoord. Daarom zeg ik, hoe schitterend de verbeeldingen die hij heeft gekregen ook mogen zijn, ze zijn niets meer dan een tekening en kunnen niet in de plaats komen van het plan van Gods werk. De mens is tenslotte verdorven door Satan, dus hoe kan hij dan de gedachten van God doorgronden? De mens vat het werk van oordeel van God op als iets dat enorm op de verbeelding werkt. Hij gelooft dat, aangezien het God Zelf is die het werk van oordeel doet, het op een ontzagwekkende schaal moet zijn en onbegrijpelijk voor stervelingen, en het door de hemelen moet weerklinken en de aarde doen wankelen; hoe zou het anders het werk van het oordeel van God kunnen zijn? Hij gelooft dat, aangezien dit het werk van oordeel is, God dan bijzonder imposant en majestueus moet zijn tijdens Zijn werk, en degenen die geoordeeld worden moeten tranen met tuiten huilen en op hun knieën om genade smeken. Zo’n soort tafereel moet een groot spektakel zijn en ten zeerste opwindend … Iedereen stelt zich Gods werk van oordeel voor als bovennatuurlijk geweldig. Weet je echter dat God het werk van oordeel onder de mensheid lang geleden begonnen is en dat allemaal terwijl jij in vredige vergetelheid genesteld lag? Dat tegen de tijd dat jij denkt dat het werk van oordeel van God officieel begint, het al tijd is voor God om de hemel en de aarde nieuw te maken? Op dat moment zul jij misschien pas de betekenis van het leven begrepen hebben, maar het genadeloze werk van Gods straf zal jou, terwijl je nog diep in slaap bent, in de hel doen belanden. Pas dan zul je plotseling beseffen dat Gods werk van oordeel al afgerond is.

Laten we geen kostbare tijd verspillen, en niet meer over deze weerzinwekkende en afschuwelijke onderwerpen praten. Laten we in plaats daarvan praten over wat oordeel inhoudt. Wanneer het gaat over het woord ‘oordeel’, zul je denken aan de woorden die Jehova sprak tot alle plaatsen en de woorden van berisping die Jezus sprak tegen de farizeeërs. Ofschoon ze heel zwaar waren, zijn deze woorden niet Gods oordeel over de mens, alleen woorden die door God gesproken werden in verschillende omgevingen, ofwel, tegen verschillende achtergronden; deze woorden lijken niet op de woorden gesproken door Christus wanneer Hij de mens oordeelt in de laatste dagen. In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God. Als je deze waarheden niet beschouwt als belangrijk en er voortdurend op uit bent ze uit de weg te gaan of een nieuwe weg naar buiten te vinden die niets met deze waarheden te maken heeft, dan zeg ik dat je een zware zondaar bent. Als je geloof in God hebt, maar dan de waarheid of de wil van God niet zoekt, noch de weg liefhebt die je dichter naar God toe brengt, dan zeg ik dat je iemand bent die oordeel probeert te ontlopen, en dat je een marionet bent en een verrader die de grote witte troon ontvlucht. God zal geen van de opstandigen die van onder Zijn ogen proberen te ontsnappen ontzien. Zulke mensen zullen nog zwaardere straffen ontvangen. Zij die voor God komen om geoordeeld te worden, en bovendien gezuiverd zijn, zullen voor altijd in het koninkrijk van God wonen. Natuurlijk is dit iets wat in de toekomst zal gebeuren.

Het werk van oordeel is Gods eigen werk, dus moet het vanzelfsprekend door God Zelf gedaan worden; het kan niet in Zijn plaats door de mens gedaan worden. Omdat oordeel het overwinnen van het menselijk ras is door middel van de waarheid, staat het vast dat God nog steeds verschijnt als het vleesgeworden beeld om dit werk onder de mensheid te doen. Dat wil zeggen, in de laatste dagen zal Christus de waarheid gebruiken om de mensen overal op aarde te onderwijzen en alle waarheden aan hen bekend te maken. Dit is Gods werk van oordeel. Velen hebben een slecht gevoel over de tweede incarnatie van God, want de mens vindt het moeilijk te geloven dat God vlees zou worden om het werk van oordeel te doen. Niettemin moet ik je vertellen dat het werk van God de verwachtingen van de mens vaak overtreft en moeilijk te accepteren is voor het verstand van de mensen. Want de mensen zijn maar maden op de aarde, terwijl God het Opperwezen is dat het universum vervult; het verstand van de mens is verwant aan een put met smerig water dat enkel maden voortbrengt, terwijl ieder stadium van het werk dat bestuurd wordt door de gedachten van God de distillatie van Gods wijsheid is. De mens wenst constant te wedijveren met God, waarvan ik zeg dat het vanzelfsprekend is wie er zal verliezen op het einde. Ik vermaan jullie allemaal jezelf niet als belangrijker te beschouwen dan goud. Als anderen het oordeel van God kunnen accepteren, waarom kun jij het dan niet? Hoeveel hoger sta jij boven anderen? Als anderen hun hoofden kunnen buigen voor de waarheid, waarom kun jij dat dan ook niet doen? Gods werk heeft een onstuitbaar momentum. Hij zal het werk van oordeel niet herhalen omwille van je ‘bijdrage’ die je hebt geleverd, en je zult vervuld worden van grenzeloos berouw over het laten wegglippen van zo’n goede gelegenheid. Als je mijn woorden niet gelooft, wacht dan op die grote witte troon in de lucht om oordeel over je te vellen! Je moet weten dat alle Israëlieten Jezus afwezen en verloochenden, en toch heeft het feit van de verlossing van de mensheid door Jezus zich nog steeds uitgebreid door het hele universum en tot de uiteinden van de aarde. Is dit niet een realiteit die God lang geleden gemaakt heeft? Als je nog steeds wacht tot Jezus je ten hemel op zal nemen, dan zeg ik dat je een koppig stuk dood hout[a] bent. Jezus zal een valse gelovige zoals jij, die ontrouw is aan de waarheid en enkel op zegeningen uit is, niet erkennen. Integendeel, Hij zal je zonder genade in de poel van vuur werpen om tienduizenden jaren lang te branden.

Begrijp je nu wat oordeel is en wat waarheid is? Als je het begrepen hebt, dan vermaan ik je om je gehoorzaam te onderwerpen om geoordeeld te worden, anders zul je nooit de gelegenheid krijgen om door God geprezen te worden of door Hem Zijn koninkrijk binnengebracht te worden. Zij die enkel oordeel aanvaarden maar nooit gezuiverd kunnen worden, namelijk, zij die vluchten midden in het werk van oordeel, zullen voor altijd worden verafschuwd en afgewezen door God. Hun zonden zijn talrijker en zwaarder dan die van de farizeeën, want ze hebben God verraden en zijn rebellen tegen God. Zulke mensen die zelfs niet waardig zijn om dienst te doen zullen zwaardere straffen ondergaan, straffen die bovendien eeuwig duren. God zal geen enkele verrader sparen die ooit trouw beleed met woorden maar Hem vervolgens verraadde. Mensen zoals deze zullen vergelding ontvangen door bestraffing van de geest, de ziel en het lichaam. Is dit niet precies een openbaring van de rechtvaardige gezindheid van God? Is dit niet het doel van God bij het oordelen van de mens en het ontmaskeren van hem? God brengt al degenen die allerlei slechte daden verrichten gedurende de tijd van oordeel naar een plaats besmet met boze geesten, en laat die boze geesten hun vleselijke lichamen naar believen vernietigen. Hun lichamen geven een stank van lijken af, en zulks is hun passende vergelding. God schrijft in hun rapportage-boeken over iedere zonde van die ontrouwe valse gelovigen, valse apostelen en valse arbeiders; dan, als de tijd ervoor is aangebroken werpt Hij hen te midden van de onreine geesten, laat die onreine geesten naar believen hun gehele lichaam verontreinigen, zodat zij nooit meer vlees kunnen worden en nooit meer het licht kunnen zien. Die huichelaars die ooit dienst gedaan hebben maar niet in staat zijn om tot het einde toe getrouw te zijn worden door God tot de goddelozen gerekend, zodat zij meegaan met wie kwaad doen en deel gaan uitmaken van hun onordelijke gespuis; op het einde zal God hen vernietigen. God gooit degenen die nooit trouw geweest zijn aan Christus of geen enkele moeite voor Hem gedaan hebben terzijde en schenkt geen aandacht aan hen, en zal hen allen tijdens de verandering van de tijdperken vernietigen. Zij zullen niet langer op aarde bestaan, laat staan toegang verkrijgen tot het koninkrijk Gods. Zij die nooit oprecht geweest zijn tegen God maar door omstandigheden gedwongen worden oppervlakkig met Hem om te gaan worden gerekend tot hen die dienst doen voor Zijn volk. Slechts een klein aantal van zulke mensen kan het overleven, terwijl het grootste gedeelte zal vergaan samen met hen die nog niet eens bevoegd zijn dienst te doen. Uiteindelijk zal God al degenen tot Zijn koninkrijk brengen die van dezelfde gedachten zijn als God, het volk en de zonen van God, evenals zij die voorbestemd zijn door God om priester te zijn. Dat is het distillaat dat door God verkregen wordt door Zijn werk. Wat betreft hen die niet in staat zijn onder een van deze categorieën te vallen die door God opgesteld zijn, die zullen gerekend worden tot de ongelovigen. Jullie kunnen je zeker wel voorstellen hoe het met hen zal aflopen. Ik heb jullie al alles gezegd wat ik moet zeggen; de beslissing, welke weg jullie kiezen zal aan jullie zijn. Wat jullie moeten begrijpen is het volgende: Het werk van God wacht nooit op iemand die Hem niet kan bijhouden, en de rechtvaardige gezindheid van God laat geen enkele mens genade zien.

Voetnoot:

a. Stuk dood hout: een Chinees idioom, dat ‘niet meer te helpen’ betekent.

Als je meer wil weten, raden we je aan om op de volgende website te klikken: Online Bijbelstudie

24.11.20

De twee incarnaties voltooien de betekenis van de incarnatie

 Ieder stadium van het werk dat God doet heeft een eigen praktische betekenis. Destijds, toen Jezus kwam, was Hij man. Maar wanneer God dit keer komt, is Hij vrouw. Hier kun je uit concluderen dat God zowel de man als de vrouw heeft geschapen ten behoeve van Zijn werk en dat Hij geen onderscheid maakt tussen de geslachten. Als Zijn Geest komt, kan Hij ieder soort vlees aannemen dat Hij wenst en dat vlees kan hem vertegenwoordigen. Of het nu mannelijk of vrouwelijk vlees is, het kan God vertegenwoordigen zo lang het maar Zijn geïncarneerde vlees is. Als Jezus bij Zijn komst als vrouw verschenen was, met andere woorden, als er van de Heilige Geest een meisje was ontvangen in plaats van een jongetje, dan zou dat stadium van het werk toch voltooid zijn. Als dat het geval was geweest, dan zou het huidige stadium van het werk in plaats daarvan door een man moeten worden voltooid, maar het werk zou toch voltooid worden. Het werk dat in beide stadia wordt gedaan is even belangrijk; geen van beide stadia van het werk wordt herhaald of is tegenstrijdig aan de ander. Toen Jezus destijds Zijn werk deed, werd Hij de enige Zoon genoemd, en “Zoon” houdt het mannelijke geslacht in. Waarom wordt de enige Zoon dan in dit stadium niet genoemd? Dat komt doordat de vereisten van het werk een verandering van geslacht, anders dan dat van Jezus, noodzakelijk hebben gemaakt. Bij God bestaat er geen onderscheid tussen de geslachten. Hij doet Zijn werk zoals Hij dat wil en is daarbij niet aan beperkingen onderhevig, maar Hij is vooral vrij. Ieder stadium van het werk heeft echter een eigen praktische betekenis. God is twee keer vleesgeworden, en het spreekt vanzelf dat Zijn incarnatie in de laatste dagen de laatste keer is. Hij is gekomen om al Zijn daden te onthullen. Als Hij in dit stadium niet vleesgeworden was om het werk persoonlijk te doen zodat de mens het kan zien, dan zou de mens voor eeuwig aan de opvatting vasthouden dat God slechts man is, en geen vrouw. Hiervoor geloofde de hele mensheid dat God slechts man kon zijn en dat een vrouw geen God genoemd kon worden, want de hele mensheid vond dat de man gezag had over de vrouw. De mensen geloofden dat een vrouw geen gezag kon hebben, dat alleen een man dit kon. Sterker nog, ze zeiden zelfs dat de man het hoofd van de vrouw was, en dat de vrouw de man moest gehoorzamen en hem niet voorbij kon streven. Toen er vroeger werd gezegd dat de man het hoofd van de vrouw was, was dit bedoeld voor Adam en Eva die door de slang was verleid en niet voor de man en de vrouw zoals zij in het begin door Jehova waren geschapen. Natuurlijk moet een vrouw haar man gehoorzamen en liefhebben, en moet een man leren hoe hij zijn gezin kan voeden en onderhouden. Dit zijn de wetten en decreten die Jehova heeft uitgevaardigd en waar de mensheid zich aan moet houden gedurende het leven op aarde. Jehova zei tegen de vrouw “Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.” Zo sprak Hij opdat de mensheid (dat wil zeggen zowel de man als de vrouw) een normaal leven konden leiden onder de heerschappij van Jehova, en om de levens van mensen structuur te geven zodat ze niet wanordelijk zouden worden. Daarom maakte Jehova passende regels voor hoe de man en de vrouw moeten handelen, maar dit betrof slechts alle schepsels die op de aarde leven en had geen verband met Gods geïncarneerde vlees. Hoe kon God hetzelfde zijn als Zijn schepping? Zijn woorden waren slechts gericht tot de mensheid van Zijn schepping, Hij vaardigde regels uit voor de man en voor de vrouw zodat de mensheid een normaal leven kon leiden. In het begin, toen Jehova de mensheid schiep, maakte Hij twee soorten mensen, mannelijk en vrouwelijk, en dus is er de scheiding tussen mannelijk en vrouwelijk in Zijn geïncarneerde vlezen. Hij baseerde Zijn besluit over Zijn werk niet op de woorden die Hij tot Adam en Eva sprak. De beide keren dat Hij vlees werd, werden geheel bepaald door Zijn gedachten op het moment dat Hij in het begin de mens schiep, dat wil zeggen, Hij voltooide het werk van Zijn twee incarnaties op basis van de man en de vrouw voordat zij verdorven waren. Als de mensheid de woorden die Jehova sprak tot Adam en Eva, die verleid waren door de slang, toepaste op het werk van Gods incarnatie, zou Jezus dan niet ook Zijn vrouw naar behoren hebben moeten liefhebben? Zou God zo dan nog steeds God zijn? En als dit zo is, zou Hij dan nog steeds Zijn werk af kunnen maken? Als het verkeerd zou zijn dat Gods geïncarneerde vlees vrouwelijk is, zou het dan ook niet de grootst mogelijk fout van God geweest zijn om de vrouw te scheppen? Als de mens nog steeds gelooft dat het verkeerd is dat God als vrouw is geïncarneerd, zou Jezus, die niet getrouwd was en dus Zijn vrouw niet kon liefhebben, dan niet net zo fout zijn als de huidige incarnatie? Omdat je met de woorden die Jehova tot Eva sprak de waarheid van Gods huidige incarnatie meet, moet je met Jehova’s woorden aan Adam de Heer Jezus beoordelen die in het Tijdperk van Genade vlees is geworden. Zijn deze twee dingen niet hetzelfde? Omdat je de Heer Jezus de maat neemt als de man die niet verleid is door de slang, mag je de waarheid van de huidige incarnatie niet beoordelen als de vrouw die wel door de slang is verleid. Dat zou oneerlijk zijn! Als je zo zou oordelen, zou dat een bewijs zijn dat je je verstand verloren hebt. Toen Jehova tweemaal vlees werd, had het geslacht van Zijn vlees te maken met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren; het was in overeenstemming met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren dat Hij tweemaal vlees werd. Denk nu niet dat de mannelijkheid van Jezus hetzelfde was als die van Adam, die door de slang was verleid. Beiden hebben niets met elkaar te maken, beiden zijn mannen van een heel andere aard. Het kan toch niet zo zijn dat de mannelijkheid van Jezus bewijst dat Hij alleen het hoofd is van alle vrouwen, maar niet van alle mannen? Is Hij niet de Koning van alle Joden (mannen én vrouwen)? Hij is God Zelf, niet slechts het hoofd van de vrouw, maar ook het hoofd van de man. Hij is de Heer van alle schepselen en het hoofd van alle schepselen. Hoe heb je kunnen bepalen dat de mannelijkheid van Jezus het symbool is van het hoofd van de vrouw? Zou dit geen godslastering zijn? Jezus is een man die niet verdorven is. Hij is God, Hij is Christus, Hij is de Heer. Hoe zou Hij een man kunnen zijn als Adam, die verdorven was? Jezus is het vlees dat de heiligste Geest van God heeft gedragen. Hoe kun je zeggen dat Hij een God is die de mannelijkheid van Adam had? Zou in dat geval niet al het werk van God verkeerd zijn geweest? Zou Jehova de mannelijkheid van de verdorven Adam, die verleid was door de slang, in Jezus hebben kunnen opnemen? Is de incarnatie van vandaag niet een tweede geval van het werk van de geïncarneerde God die anders van geslacht is dan Jezus maar op Hem lijkt in aard? Durf je nog steeds te zeggen dat de geïncarneerde God geen vrouw kan zijn, omdat de vrouw de eerste was die werd verleid door de slang? Durf je nog steeds te zeggen dat, omdat de vrouw de meest onreine is en de bron van de verdorvenheid van de mens, God onmogelijk als vrouw heeft kunnen incarneren? Durf je vol te houden dat “de vrouw de man altijd moet gehoorzamen en zich nooit als God kan manifesteren, of God rechtstreeks kan vertegenwoordigen”? Je begreep het destijds al niet, maar kun je nu doorgaan met je godslastering van het werk van God, en vooral het geïncarneerde vlees van God? Als je dit niet helder en duidelijk kunt zien, let dan op je woorden opdat je domheid en onwetendheid niet aan de dag komen en je lelijkheid te kijk wordt gezet. Denk niet dat je alles begrijpt. Ik zeg je dat alles wat je gezien en meegemaakt hebt niet toereikend is om jou ook maar één duizendste deel van mijn managementplan te laten begrijpen. Waarom doe je dan zo uit de hoogte? Dat kleine beetje talent van jou, en die minimale kennis zijn niet toereikend voor Jezus om ook maar in één seconde van Zijn werk te gebruiken. Hoeveel ervaring heb je nu echt? Wat je hebt gezien en alles wat je in je hele leven hebt gehoord en wat je je voorgesteld hebt, is minder dan het werk dat ik in één moment verricht! Je kunt maar beter niet zitten muggenziften en aanmerkingen maken. Hoe arrogant je ook bent, je bent gewoon een schepsel dat nog minder voorstelt dan een mier! Alles wat je in je buik meedraagt, is nog minder dan wat in de buik van een mier zit! Denk niet dat je het recht hebt wild te gebaren en een grote mond te hebben, alleen maar omdat je wat ervaring en wat anciënniteit hebt opgedaan. Zijn jouw ervaring en jouw anciënniteit niet het product van de woorden die ik heb gesproken? Geloof je soms dat ze in ruil waren voor je eigen arbeid en geploeter? Je kunt nu zien dat ik vleesgeworden ben, en alleen al daarom ben je vervuld met zulke kostelijke ideeën en heb je daar talloze opvattingen uit vergaard. Al had je nog zulke buitengewone talenten, zonder mijn incarnatie zou je nooit zoveel ideeën kunnen hebben. En komen daar je opvattingen niet uit voort? Als Jezus die eerste keer geen vlees was geworden, zou je dan überhaupt iets over de incarnatie weten? Is het niet omdat je door de eerste incarnatie kennis hebt verworven dat je schaamteloos probeert de tweede incarnatie te veroordelen? Waarom onderwerp je dit aan een studie, in plaats van een gehoorzame volgeling te zijn? Als je in deze stroom bent opgenomen en voor de vleesgeworden God verschijnt, staat Hij je dan toe er een studie van te maken? Het bestuderen van je familiegeschiedenis is goed, maar als je probeert de ‘familiegeschiedenis’ van God te bestuderen, zou de God van vandaag je dan toestaan een dergelijke studie uit te voeren? Ben je blind? Roep je zo geen verachting over jezelf af?

Als het werk van Jezus op zichzelf had gestaan, zonder aangevuld te zijn door het werk in dit stadium van de laatste dagen, dan zou de mens voor eeuwig vasthouden aan de opvatting dat alleen Jezus de enige Zoon van God is. Dat betekent dat God maar één zoon heeft en dat eenieder die daarna komt onder een andere naam niet de enige Zoon van God is, laat staan God Zelf. De mens heeft de opvatting dat, wie als zoenoffer dient of namens God de macht neemt en de mensheid verlost, de enige Zoon van God is. Er zijn er die geloven dat, zolang Degene die komt een man is, Hij als enige Zoon van God en als Gods vertegenwoordiger kan worden beschouwd. Er zijn er zelfs die zeggen dat Jezus de Zoon van Jehova is, Zijn enige Zoon. Is dat niet een zeer opgeblazen opvatting van de mens? Als dit stadium van het werk niet in het laatste tijdperk zou worden uitgevoerd, dan zou een donkere schaduw de hele mensheid bedekken als het op God aankomt. Als dit het geval was, zou de man denken dat hij boven de vrouw staat, en de vrouw zou haar hoofd nooit rechtop kunnen houden en dan zou er zelfs geen enkele vrouw gered kunnen worden. Mensen denken altijd dat God een man is, en bovendien dat Hij de vrouw altijd geminacht heeft en haar geen verlossing wil geven. Als dat zo was, zou het dan niet waar zijn dat alle vrouwen die door Jehova geschapen zijn en die ook verdorven zijn geen kans zouden hebben om verlost te worden? Zou het dan niet zinloos zijn geweest voor Jehova om de vrouw te scheppen, dat wil zeggen om Eva geschapen te hebben? En zou de vrouw dan niet voor eeuwig ten onder gaan? Hierom moet het stadium van het werk in de laatste dagen ondernomen worden, om de hele mensheid te redden, niet alleen de vrouw, maar de hele mensheid. Als iemand denkt dat als God vleesgeworden zou zijn als vrouw, het enkel omwille van het redden van de vrouw zijn, dan zou die persoon inderdaad een dwaas zijn!

Het werk dat op dit moment gedaan wordt, heeft het werk van het Tijdperk van Genade verder gebracht; dat wil zeggen dat het werk van het hele zesduizendjarige managementplan voortgegaan is. Hoewel het Tijdperk van Genade nu voorbij is, heeft het werk van God voortgang geboekt. Waarom zeg ik steeds weer dat dit stadium van het werk bouwt op het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet? Dit houdt in dat het huidige werk een voortzetting is van het werk dat in het Tijdperk van Genade is gedaan en een vooruitgang ten opzichte van het werk in het Tijdperk van de Wet. De drie stadia zijn nauw verweven en iedere schakel in de keten is nauw verbonden met de volgende. Waarom zeg ik ook dat dit stadium van het werk voortborduurt op het werk van Jezus? Stel dat dit stadium niet op het werk van Jezus zou voortborduren. Dan zou er in dit stadium opnieuw een kruisiging moeten plaats vinden, en zou het verlossingswerk van het vorige stadium helemaal overgedaan moeten worden. Dat zou zinloos zijn. Het is dus niet zo dat het werk helemaal klaar is, maar het tijdperk is verder gegaan en het werk is naar een nog hoger niveau getild dan voorheen. Je kunt zeggen dat dit stadium van het werk op het fundament van het Tijdperk van de Wet en op de rots van het werk van Jezus is gebouwd. Het werk wordt stadium voor stadium opgebouwd, en dit stadium is geen nieuw begin. Alleen de combinatie van de drie stadia van het werk kunnen als het zesduizendjarige managementplan worden beschouwd. Het werk in dit stadium wordt gedaan op het fundament van het werk van het Tijdperk van Genade. Als de twee stadia van het werk niet in verband stonden met elkaar, waarom wordt de kruisiging dan in dit stadium niet herhaald? Waarom draag ik de zonden van de mens dan niet maar kom ik, in plaats daarvan, om de mens rechtstreeks te oordelen en te tuchtigen? Als mijn werk om de mens te oordelen en te tuchtigen en mijn huidige komst zonder de ontvangenis van de Heilige Geest niet was gevolgd op de kruisiging, dan zou ik niet geschikt zijn om de mens te oordelen en te tuchtigen. Juist omdat ik één ben met Jezus kom ik rechtstreeks om de mens te tuchtigen en te oordelen. Het werk in dit stadium wordt geheel op het werk van het voorgaande tijdperk gebouwd. Dat is de reden dat alleen dit soort werk de mens stap voor stap naar de redding kan brengen. Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde. Ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden. Onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en de gezindheid die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens ziet en begrijpt nu anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. Het kan niet worden ontkend dat Zij de incarnatie van God in twee verschillende tijdsperiodes zijn, ook al deelt Hun vlees niet hetzelfde bloed of fysieke verwantschap van enig soort. Dat Zij het geïncarneerde vlees van God zijn is een onweerlegbare waarheid, al hebben Zij niet dezelfde stamboom en hebben Zij geen gemeenschappelijke menselijke taal (de één was een man die de taal van de Joden sprak en de andere is een vrouw die uitsluitend Chinees spreekt). Om deze redenen hebben Zij in verschillende landen geleefd om het werk te doen dat eenieder past, en ook nog in verschillende tijdsperiodes. Ondanks het feit dat Zij uit dezelfde Geest bestaan en dezelfde essentie hebben, zijn er helemaal geen absolute overeenkomsten tussen de uiterlijke omhulsels van Hun vlees. Zij delen slechts dezelfde menselijkheid, maar waar het het uiterlijk voorkomen van Hun vlees en de omstandigheden van Hun geboorte aangaat, lijken Zij niet op elkaar. Deze dingen hebben geen invloed op Hun respectievelijke werkzaamheden of op de kennis die de mens van Hen heeft, want uiteindelijk zijn Zij dezelfde Geest en kan niemand Hen scheiden. Al hebben Zij geen familierelatie, Hun hele wezen staat onder de hoede van Hun Geest, die Hen ander werk toebedeelt in andere tijden, en die Hun vlees een andere stamboom toebedeelt. De Geest van Jehova niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Net als de geïncarneerde God van vandaag en Jezus. Hoewel Zij geen familierelatie hebben, zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht? Hij was in staat zowel de wetten voor de mens te verspreiden als de geboden uit te vaardigen, en Hij was in staat de vroege Israëlieten naar hun leven op aarde te leiden en hen te begeleiden in de bouw van de tempel en de altaren en hield daarbij alle Israëlieten onder Zijn heerschappij. Hij vertrouwde op Zijn gezag en leefde tweeduizend jaar lang op aarde met het volk Israël. De Israëlieten durfden niet tegen Hem op te staan; allen vereerden Jehova en hielden zich aan Zijn geboden. Dit was het werk dat gedaan was waarbij Hij op Zijn gezag en Zijn almacht vertrouwde. Toen kwam Jezus tijdens het Tijdperk van Genade om de hele gevallen mensheid te verlossen (en niet alleen de Israëlieten). Hij toonde de mens mededogen en barmhartigheid. De Jezus die de mens in het Tijdperk van Genade zag, was met barmhartigheid vervuld en was altijd liefhebbend jegens de mensen, want Hij was gekomen om de mensheid van de zonde te verlossen. Hij kon de mens zijn zonden vergeven totdat Zijn kruisiging de mensheid helemaal verloste van de zonde. Tijdens deze periode verscheen God voor de mens met mededogen en barmhartigheid; dat wil zeggen dat Hij een zoenoffer voor de mens werd en werd gekruisigd voor de zonden van de mens zodat deze voor eeuwig vergeven zou zijn. Hij was genadig, medelevend, verdraagzaam en liefhebbend. En allen die Jezus volgden in het Tijdperk van Genade probeerden eveneens in alle opzichten verdraagzaam en liefhebbend te zijn. Ze waren lankmoedig en vochten nooit terug, zelfs niet als ze geslagen, vervloekt of gestenigd werden. Maar in het laatste stadium kan dit niet meer zo zijn. En zo was het werk van Jezus en van Jehova ook niet helemaal hetzelfde, ook al was Hun Geest één. Jehova’s werk was niet het beëindigen van het tijdperk, maar de begeleiding ervan, het inluiden van het leven van de mens op aarde. Het onderhanden werk nu is echter de overwinning van de mensen in de heidense naties die diep verdorven zijn, en niet alleen het leiden van Gods uitverkorenen in China, maar van het hele universum en de hele mensheid. Het lijkt jou misschien dat dit werk alleen in China wordt gedaan, maar in feite begint het al in het buitenland te verspreiden. Hoe komt het dat buitenlanders steeds weer de ware weg zoeken? Dit komt doordat de Geest al aan het werk is gegaan, en de woorden die nu gesproken worden op de mensen in het universum zijn gericht. Hiermee is de helft van het werk al aan de gang. Vanaf de schepping van de wereld tot op heden heeft de Geest van God dit grootse werk in gang gezet en bovendien heeft Hij ander werk in andere tijdperken en andere naties verricht. De mensen uit de verschillende tijdperken zien een andere gezindheid van Hem, wat van nature onthuld wordt door de verschillende werken die Hij verricht. Hij is God, vervuld van mededogen en barmhartigheid; Hij is het zoenoffer voor de mens en de herder van de mens; maar Hij is ook het oordeel, de tuchtiging en de vloek van de mens. Hij kon de mens tweeduizend jaar lang leiden bij zijn leven op aarde en Hij kon ook de verdorven mens van zijn zonde verlossen. Vandaag is Hij ook in staat de mensheid te veroveren die Hem niet kent, en haar machteloos te maken onder Zijn heerschappij zodat allen zich volledig aan Hem onderwerpen. Uiteindelijk zal Hij alles dat onrein en onrechtschapen is in de mens in het hele universum wegbranden om hen te laten zien dat Hij niet alleen een genadige en liefhebbende God is, niet alleen een God van wijsheid en wonderen, niet alleen een heilige God, maar meer nog een God die oordeelt over de mens. Voor de kwaden onder de mens belichaamt Hij brand, oordeel en straf; voor hen die vervolmaakt moeten worden belichaamt Hij net zozeer rampspoed, loutering en beproeving als troost, steun, een voorziening van woorden, behandeling en snoeiing. En voor de geëlimineerden is Hij straf en vergelding. Zeg mij, is God niet almachtig? Hij is bij machte om al het werk te doen, niet alleen de kruisiging zoals je dacht. Je denkt te min over God! Geloof je dat Hij slechts in staat is door Zijn kruisiging de hele mensheid te verlossen en dat het daarbij blijft? En dat je daarna Hem tot in de hemel zult volgen om de vruchten van de levensboom te eten en om van de levensrivier te drinken? … Zou het zo eenvoudig zijn? Zeg mij, wat heb je bereikt? Heb je het leven van Jezus? Je werd inderdaad door Hem verlost, maar de kruisiging was het werk van Jezus Zelf. Welke taak heb jij als man zelf vervuld? Je hebt alleen uiterlijke vroomheid maar je begrijpt Zijn weg niet. Is dat hoe je Hem zichtbaar maakt? Als je het leven van God niet bereikt hebt of het geheel van Zijn rechtvaardige gezindheid niet hebt gezien, dan kun je niet beweren dat je iemand bent die het leven heeft, en ben je het niet waard om door de poort van het koninkrijk van de hemel te treden.

God is niet alleen een Geest, Hij kan ook vlees worden; bovendien is Hij een lichaam van glorie. Hoewel jullie Jezus niet hebben gezien is Hij door de Israëlieten wel gezien, dat wil zeggen de Joden van die tijd. Eerst was Hij een lichaam van vlees, maar na Zijn kruisiging werd Hij een lichaam van glorie. Hij is de allesomvattende Geest en kan overal werken. Hij kan Jehova zijn, of Jezus of Messias, en uiteindelijk kan Hij ook Almachtige God worden. Hij is rechtvaardigheid, oordeel en tuchtiging; Hij is vloek en toorn; maar Hij is ook mededogen en barmhartigheid. Al het werk dat Hij gedaan heeft kan Hem vertegenwoordigen. Wat voor een God is Hij, zou je zeggen? Als je het echt niet kunt uitleggen, moet je geen conclusies trekken over God. Concludeer niet dat God voor altijd een God van mededogen en barmhartigheid is, alleen maar omdat Hij het verlossingswerk heeft verricht in een bepaald stadium. Kun je er zeker van zijn dat Hij slechts een genadige en liefhebbende God is? Als Hij enkel maar een genadige en liefhebbende God is, waarom brengt Hij dan het tijdperk ten einde in de laatste dagen? Waarom stuurt Hij zoveel rampspoed? Volgens de opvattingen en gedachten van de mensen moet God helemaal tot het einde toe genadig en liefdevol zijn, zodat elke laatste mens van de mensheid kan worden gered. Maar waarom stuurt Hij in de laatste dagen dan zoveel rampen naar beneden, zoals aardbevingen, pest en hongersnood om die kwaadaardige mensheid te vernietigen die God als een vijand beschouwt? Als Hij de mens liefheeft als Zichzelf en als Zijn enige Zoon, waarom stuurt Hij dan plagen en hagelstenen vanuit de hemelen? Waarom laat Hij de mens lijden onder hongersnood en pest? Waarom laat Hij de mens lijden onder deze rampspoed? Wat voor een God Hij is, durft geen van jullie te zeggen en niemand kan het uitleggen. Kun je er zeker van zijn dat Hij de Geest is? Durf jij te zeggen dat Hij niemand anders is dan het vlees van Jezus? En durf jij te zeggen dat Hij een God is die voor altijd gekruisigd wordt in het belang van de mens?

Misschien vind je leuk:wederkomst van Christus

15.11.20

Het aanschouwen van de verschijning van God in Zijn oordeel en tuchtiging

 Net als honderden miljoenen andere volgelingen van de Heer Jezus Christus, houden we ons aan de wetten en geboden van de Bijbel, genieten we van de overvloedige genade van de Heer Jezus Christus en komen we samen, bidden, prijzen en dienen we in de naam van de Heer Jezus Christus – en dit alles doen we in de zorg en bescherming van de Heer. We zijn vaak zwak en vaak sterk. Wij geloven dat al onze handelingen in overeenstemming zijn met wat de Heer leert. Het spreekt dus vanzelf dat we ook geloven dat we ons op het pad bevinden waarop we de wil doen van de Vader in de hemel. We verlangen naar de wederkomst van de Heer Jezus, naar het glorievolle arriveren van de Heer Jezus, naar het einde van ons leven op aarde, naar de verschijning van het koninkrijk en naar alles zoals het was voorspeld in het boek Openbaring: De Heer arriveert en brengt rampspoed en beloont het goede en straft het kwade en neemt allen die Hem volgen en Zijn terugkeer verwelkomen op in de lucht om Hem tegemoet te komen. Elke keer dat we hieraan denken, kunnen we niet anders dan overmand worden door emotie. We zijn dankbaar dat we in de laatste dagen zijn geboren en het geluk hebben om getuige te zijn van de komst van de Heer. Al hebben we vervolging geleden, het is in ruil voor “een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft”; wat een zegening is dat! Al dit verlangen en de genade die de Heer ons schenkt, maken ons vaak nuchter tot het gebed en brengen ons vaker samen. Misschien volgend jaar, misschien morgen, of misschien nog eerder wanneer de mens het niet verwacht, zal de Heer plotseling aankomen en zal Hij verschijnen onder een groep mensen die aandachtig op Hem hebben gewacht. We strijden allemaal met elkaar, niemand wil achterblijven, om de eerste groep te zijn die de verschijning van de Heer aanschouwt, om een van degenen te worden die zullen worden opgenomen. We hebben alles gegeven, ongeacht de kosten, voor de komst van deze dag. Sommigen hebben hun baan opgegeven, sommigen hebben hun families verlaten, sommigen hebben afstand gedaan van het huwelijk en sommigen hebben zelfs al hun spaargeld gedoneerd. Wat een onzelfzuchtige toewijding! Een dergelijke oprechtheid en loyaliteit gaat zelfs de heiligen van vervlogen tijden te boven! Aangezien de Heer zegent wie Hij wil, en genade heeft aan wie Hij wil, zijn onze toewijding en uitgaven, geloven wij, reeds door Zijn ogen aanschouwd. Zo hebben onze oprechte gebeden ook Zijn oren al bereikt, en we vertrouwen erop dat de Heer ons zal belonen voor onze toewijding. Bovendien was God welwillend tegenover ons geweest voordat Hij de wereld schiep, en kan niemand Gods zegeningen en beloften aan ons afnemen. We maken allemaal toekomstplannen, en nemen het als vanzelfsprekend aan dat onze toewijding en uitgaven onderhandelingsfiches of aandelen zijn voor onze opname in de lucht om de Heer te ontmoeten. Bovendien plaatsen we onszelf zonder aarzelen op de toekomstige troon, met de leiding over alle naties en alle volkeren, om als koningen te regeren. Dit alles nemen we als gegeven, als iets dat we kunnen verwachten.

We minachten iedereen die tegen de Heer Jezus is; uiteindelijk zullen ze allemaal worden vernietigd. Wie heeft hen gezegd niet te geloven dat de Heer Jezus de Verlosser is? Natuurlijk zijn er momenten waarop we van de Heer Jezus leren en medelijden hebben met de wereld, want zij begrijpen het niet, en we moeten tolerant en vergevingsgezind zijn. Alles wat we doen is in overeenstemming met de woorden van de Bijbel, want alles wat niet overeenkomt met de Bijbel is dwaalleer en ketterij. Een dergelijk geloof is diep ingebed in de geest van elk van ons. Onze Heer is in de Bijbel en als we niet afwijken van de Bijbel, zullen we niet van de Heer afwijken; als we ons aan dit principe houden, dan zullen we gered worden. We sporen elkaar aan en ondersteunen elkaar, en elke keer dat we samenkomen, hopen we dat alles wat we zeggen en doen in overeenstemming is met de wil van de Heer en aanvaard kan worden door de Heer. Ondanks de grove vijandigheid van onze omgeving, zijn onze harten vervuld van vreugde. Wanneer we denken aan de zegeningen die zo dicht binnen ons bereik zijn, is er dan niets dat we niet kunnen verzaken? Is er niets waarvan we niet kunnen verdragen om er afscheid van te nemen? Dit alles is impliciet en dit alles wordt bekeken door de ogen van God. Wij, de handvol behoeftigen die zijn opgeheven uit de mesthoop, zijn dezelfde als alle gewone volgelingen van de Heer Jezus: we dromen van opname, van gezegend te worden en van het regeren over alle naties. Onze verdorvenheid wordt blootgelegd in de ogen van God, en onze verlangens en hebzucht worden veroordeeld in de ogen van God. Maar toch gebeurt dit allemaal zo onopvallend, zo logisch, en niemand van ons vraagt zich af of ons verlangen juist is, laat staan dat ook maar iemand van ons twijfelt aan de juistheid van alles waar we ons aan houden. Wie kan Gods wil kennen? We weten niet te zoeken, te onderzoeken of zelfs bezig te zijn met het pad dat de mens bewandelt. Want we geven er alleen maar om of we opgenomen kunnen worden, of we gezegend kunnen worden, of er een plaats voor ons is in het koninkrijk der hemelen, en of we een deel van het water van de rivier des levens en de vrucht van de boom des levens zullen hebben. Geloven wij niet in de Heer, en zijn wij geen volgelingen van de Heer, ter wille van het verkrijgen van deze dingen? Onze zonden zijn vergeven, we zijn tot inkeer gekomen, we hebben de bittere beker wijn gedronken en we hebben het kruis op onze rug gelegd. Wie kan zeggen dat de prijs die we hebben betaald niet door de Heer zal worden aanvaard? Wie kan zeggen dat we niet voor genoeg olie hebben gezorgd? We willen geen dwaze maagden zijn of een van degenen die in de steek worden gelaten. Bovendien bidden we vaak en vragen we de Heer om te voorkomen dat we misleid worden door valse Christussen, want er staat in de Bijbel: “Als iemand dan tegen jullie zegt: ‘Kijk, Christus is hier of daar,’ geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden” (Matteüs 24:23-24). We hebben allemaal deze Bijbelverzen in onze geheugens opgeslagen, we kennen ze door en door en we zien ze als een kostbare schat, als leven, en als de geloofsbrieven voor onze opname en verlossing …

Duizenden jaren lang zijn de levenden heengegaan, hun verlangens en dromen met zich meenemend, en niemand weet met zekerheid of ze naar het koninkrijk der hemelen zijn gegaan. De doden keren terug en ze zijn alle verhalen vergeten die eens hebben plaatsgevonden en volgen nog steeds de leringen en de paden van de voorouders. En dus, met het verstrijken van de jaren en de dagen, weet niemand of onze Heer Jezus, onze God, echt alles accepteert wat we doen. We kijken simpelweg uit naar een uitkomst en speculeren over alles wat er zal gebeuren. Toch is God voortdurend stil gebleven en is Hij nooit aan ons verschenen of heeft Hij tot ons gesproken. En dus beoordelen we willens en wetens Gods wil en gezindheid volgens de Bijbel en de tekenen. We zijn gewend geraakt aan de stilte van God; we zijn gewend geraakt aan het afwegen van het goed of kwaad van ons gedrag met behulp van onze eigen manier van denken; we zijn eraan gewend geraakt om onze kennis, opvattingen en morele ethiek te gebruiken om Gods eisen aan ons te vervangen; we zijn gewend geraakt aan het genieten van de genade van God; we zijn eraan gewend geraakt dat God hulp biedt wanneer we het nodig hebben; we zijn eraan gewend geraakt om onze handen naar God uit te strekken voor allerlei dingen en God maar raak te bevelen; we zijn ook gewend geraakt aan het volgen van doctrines, zonder aandacht te schenken aan hoe de Heilige Geest ons leidt; bovendien zijn we gewend geraakt aan dagen waarin we onze eigen meester zijn. Wij geloven in een God zoals deze, die we nog nooit hebben ontmoet. Vragen zoals hoe Zijn gezindheid is, wat Hij heeft en is, hoe Zijn beeld is, of we Hem zullen kennen of niet wanneer Hij komt, enzovoort – geen van deze dingen is belangrijk. Wat belangrijk is, is dat Hij in onze harten is, dat we Hem allemaal verwachten en dat we ons kunnen voorstellen hoe Hij is. We waarderen ons geloof en koesteren onze spiritualiteit. We beschouwen alles als mest en betreden alles met voeten. Omdat we de volgelingen zijn van de glorierijke Heer, ongeacht hoe lang en moeizaam de reis is, ongeacht welke ontberingen en gevaren ons overkomen, niets kan onze voetstappen stoppen als we de Heer volgen. “Een rivier van levenswater, helder als kristal, stroomt uit de troon van God en het Lam. Op beide oevers staat de boom des levens, die twaalf soorten fruit draagt en zijn fruit iedere maand voortbrengt. De bladeren van de boom zijn om de naties te genezen. Er zal geen vloek meer zijn, geen vloek. De troon van God en het Lam zal in de stad staan. Zijn dienaren zullen Hem dienen, en ze zullen Zijn gezicht zien, ze zullen Zijn gezicht zien. Zijn naam zal op hun voorhoofden staan. En er zal geen nacht meer zijn: een kaars is niet meer nodig, geen kaars, noch het licht van de zon, want de Heer God geeft hun licht. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen” (Openbaring 22:1-5). Elke keer dat we deze woorden zingen, vloeien onze harten over van vreugde en voldoening, en stromen tranen uit onze ogen. Dank aan de Heer omdat Hij ons gekozen heeft, dank aan de Heer voor Zijn genade. Hij heeft ons nu in deze tijd het honderdvoudige gegeven, heeft ons het eeuwige leven gegeven in de komende wereld, en als Hij ons nu zou vragen om te sterven, zouden we dat doen zonder de minste klacht. Heer! Kom alstublieft snel! Stel het niet nog een minuut langer uit, want we verlangen vurig naar u en hebben alles voor u opgegeven.

God is stil en is nog nooit aan ons verschenen, maar Zijn werk is nooit gestopt. Hij kijkt naar alle landen en beveelt alle dingen, en aanschouwt alle woorden en daden van de mens. Zijn management wordt in stappen en volgens Zijn plan uitgevoerd. Het gaat voorts in stilte, zonder dramatisch effect, maar toch komen Zijn voetstappen steeds dichter bij de mensheid en de stoel waarin Hij rechtspreekt wordt bliksemsnel in het heelal klaargezet, waarna onmiddellijk Zijn troon onder ons neerdaalt. Wat een majesteitelijk schouwspel is dat, wat een statig en plechtig tafereel. Als een duif en als een brullende leeuw arriveert de Geest onder ons allen. Hij is wijs, Hij is rechtvaardig en majesteitelijk, Hij komt geruisloos onder ons, en heeft autoriteit en is vervuld van liefde en mededogen. Niemand is op de hoogte van Zijn komst, niemand verwelkomt Zijn komst en bovendien weet niemand wat Hij allemaal zal doen. Het leven van de mens blijft onveranderd; zijn hart is niet anders en de dagen gaan voorbij zoals gewoonlijk. God leeft onder ons als een gewoon persoon, als een meest onbelangrijke volgeling en een gewone gelovige. Hij heeft Zijn eigen bezigheden, Zijn eigen doelen, en bovendien heeft Hij de goddelijkheid die gewone mensen niet hebben. Niemand heeft het bestaan van Zijn goddelijkheid opgemerkt en niemand heeft het verschil tussen Zijn substantie en dat van de mens waargenomen. We leven samen met Hem, onbeperkt en onbevreesd, want we zien Hem als niets meer dan een onbelangrijke gelovige. Hij let op alles wat we doen en al onze gedachten en ideeën worden voor Hem blootgelegd. Niemand interesseert zich voor Zijn bestaan, niemand heeft enige voorstelling van Zijn functie en bovendien heeft niemand enig vermoeden van wie Hij is. We gaan gewoon door met onze bezigheden, alsof Hij niets met ons te maken heeft …

Bij toeval drukt de Heilige Geest een passage uit van woorden ‘via’ Hem, en hoewel het heel onverwacht aanvoelt, erkennen we dat dit de uitspraak van God is en aanvaarden we het gretig van God. Dat is omdat, ongeacht wie deze woorden uitdrukt, zolang ze van de Heilige Geest komen, we ze moeten accepteren en we ze niet kunnen ontkennen. De volgende uiting kan via mij zijn, het kan via jou zijn, of het kan via hem zijn. Ongeacht wie het is, alles is de genade van God. Maar ongeacht wie de persoon is, we moeten ze niet aanbidden, want ongeacht wat dan ook, ze kunnen onmogelijk God zijn; we kunnen in geen geval een gewoon persoon zoals deze uitkiezen om onze God te zijn. Onze God is zo groot en eervol; hoe zou Hij vertegenwoordigd kunnen worden door iemand die zo onbelangrijk is? Sterker nog, we wachten allemaal op de komst van God om ons terug te brengen naar het koninkrijk der hemelen, en dus, hoe kan iemand die zo onbeduidend is, gekwalificeerd zijn voor zo’n belangrijke en zware taak? Als de Heer terugkomt, moet het op een witte wolk zijn, voor iedereen zichtbaar. Wat zal dat glorieus zijn! Hoe kon Hij Zich zo geruisloos verstoppen onder een gewone groep mensen?

En toch is het deze gewone persoon, die verborgen is onder mensen, die het nieuwe werk van het redden van ons uitvoert. Hij legt niets aan ons uit, noch vertelt Hij ons waarom Hij gekomen is. Hij doet alleen het werk dat Hij van plan is te doen in stappen en volgens Zijn plan. Zijn woorden en uitingen worden steeds frequenter. Van troosten, vermanen, herinneren en waarschuwen, tot verwijten en disciplineren; van een toon die zachtaardig en vriendelijk is, tot woorden die fel en majestueus zijn – ze brengen allemaal compassie en schroom in de mens. Alles wat Hij zegt raakt de geheimen die diep in ons verborgen zijn, Zijn woorden steken in ons hart, steken onze geest en maken ons beschaamd en vernederd. We beginnen ons af te vragen of de God in het hart van deze persoon echt van ons houdt, en wat Hij precies van plan is te doen. Misschien kunnen we pas opgenomen worden als we zo’n pijn hebben doorstaan? In onze hoofden berekenen we … over de bestemming die komt en over ons toekomstig lot. Maar nog steeds gelooft niemand van ons dat God vlees heeft aangenomen en onder ons werkt. Hoewel Hij al zo lang bij ons is, hoewel Hij al zoveel woorden van aangezicht tot aangezicht met ons heeft gesproken, zijn we nog steeds niet bereid om zo’n gewoon iemand te accepteren als de God van onze toekomst, laat staan dat we bereid zijn om de controle over onze toekomst en lot toe te vertrouwen aan zo’n gewoon iemand. Van Hem krijgen we een oneindige stroom van levend water en dankzij Hem leven we van aangezicht tot aangezicht met God. We zijn alleen dankbaar voor de genade van de Heer Jezus in de hemel en hebben nooit aandacht besteed aan de gevoelens van deze gewone persoon die de goddelijkheid in bezit heeft. Hij doet nog steeds Zijn werk nederig in het vlees verborgen, en drukt de stem van Zijn hart uit. Hij is er schijnbaar ongevoelig voor dat de mensheid Hem verwerpt, blijkbaar eeuwig de kinderlijkheid en onwetendheid van de mens vergevend, en voor altijd tolerant ten aanzien van de oneerbiedigheid van de mens tegenover Hem.

Zonder dat we het wisten heeft deze onbeduidende man ons stap voor stap naar Gods werk geleid. We ondergaan ontelbare beproevingen, worden onderworpen aan ontelbare kastijdingen en worden getest door de dood. We leren van Gods rechtvaardige en majestueuze gezindheid, genieten ook van Zijn liefde en compassie, leren de grote kracht en wijsheid van God te waarderen, getuigen van de lieflijkheid van God en aanschouwen Gods diepe verlangen om de mens te redden. In de woorden van deze gewone persoon leren we de gezindheid en substantie van God kennen, leren we Gods wil kennen, leren we de natuur en substantie van de mens kennen en zien we de weg van redding en perfectie. Zijn woorden veroorzaken onze ‘dood’ en veroorzaken onze ‘wedergeboorte’; Zijn woorden brengen ons troost, maar laten ons ook gebukt door gevoelens van verwijt en schuld; Zijn woorden brengen ons vreugde en vrede, maar ook grote pijn. Soms zijn we als lammeren voor de slachting in Zijn handen; soms zijn we als Zijn oogappel en ontvangen we Zijn liefde en genegenheid; soms zijn we als Zijn vijand, in as veranderd door Zijn toorn in Zijn ogen. Wij zijn de mensheid die door Hem is gered, wij zijn de maden in Zijn ogen en wij zijn de verloren lammeren aan wie Hij dag en nacht denkt om te vinden. Hij is genadig tegenover ons, Hij veracht ons, Hij heft ons op, Hij troost ons en vermaant ons, Hij leidt ons, Hij verlicht ons, Hij kastijdt en disciplineert ons, en Hij vervloekt ons zelfs. Hij maakt zich dag en nacht zorgen om ons, Hij beschermt en zorgt dag en nacht voor ons, Hij staat altijd naast ons, en Hij besteedt al Zijn zorg aan ons en betaalt elke prijs voor ons. In de woorden van dit kleine en gewone vlees hebben we het geheel van God ervaren en hebben we de bestemming gezien die God ons heeft geschonken. Toch, ondanks dit alles, blijft ijdelheid in onze harten rondsluipen, en zijn we nog steeds niet bereid om een dergelijk persoon als onze God in de praktische zin te accepteren. Hoewel Hij ons zoveel manna heeft gegeven, zoveel om van te genieten, kan niets van dit alles zich meester maken van de plaats van de Heer in onze harten. We eren de speciale identiteit en status van deze persoon alleen met grote terughoudendheid. Als Hij niet spreekt om ons te laten erkennen dat Hij God is, dan zullen we absoluut niet het initiatief tonen om Hem te erkennen als de God die spoedig zou moeten arriveren en die toch al zo lang onder ons werkt.

De uiting van God gaat verder en Hij maakt gebruikt van verschillende methoden en perspectieven om ons te vermanen wat te doen en de stem van Zijn hart tot uitdrukking te brengen. Zijn woorden dragen levenskracht en laten ons het pad zien dat we moeten lopen en laten ons begrijpen wat de waarheid is. We beginnen aangetrokken te worden tot Zijn woorden, we beginnen ons te concentreren op de toon en manier van Zijn spreken, en beginnen onbewust een interesse in de stem van het hart van deze onopvallende persoon te krijgen. Hij doet nauwgezette pogingen voor ons, verliest de slaap en eetlust voor ons, weent voor ons, zucht voor ons, kermt in ziekte voor ons, lijdt vernedering omwille van onze bestemming en redding, en Zijn hart bloedt en huilt tranen voor onze ongevoeligheid en opstandigheid. Wat Hij heeft en is gaat een gewoon persoon te boven, en kan door geen van de verdorvenen worden bezeten of bereikt. Hij heeft tolerantie en geduld dat geen gewoon persoon heeft, en geen enkel schepsel bezit Zijn liefde. Niemand anders dan Hij kan al onze gedachten kennen, of onze aard en substantie snappen, of de opstandigheid en verdorvenheid van de mensheid beoordelen, of tot ons spreken en zo onder ons werken in naam van de God des hemels. Niemand behalve Hij kan het gezag, de wijsheid en de waardigheid van God bezitten; de gezindheid van God en wat Hij heeft en is, worden in hun geheel van Hem uit uitgegeven. Niemand anders dan Hij kan ons de weg wijzen en ons licht brengen. Niemand anders dan Hij kan de mysteries onthullen die God niet heeft geopenbaard vanaf de schepping tot nu toe. Niemand anders dan Hij kan ons redden van Satans slavernij en onze verdorven gezindheid. Hij vertegenwoordigt God, en drukt de stem van het hart van God uit, de vermaningen van God, en de woorden van oordeel van God voor de hele mensheid. Hij is een nieuw tijdvak begonnen, een nieuw tijdperk, en heeft een nieuwe hemel en aarde gebracht, nieuw werk, en Hij heeft ons hoop gebracht, en een einde gemaakt aan het leven dat we leidden in onduidelijkheid, en heeft ons toegestaan om het pad van redding ten volle te aanschouwen. Hij heeft ons hele wezen overwonnen en ons hart gewonnen. Vanaf dat moment worden onze geesten bewust en lijken onze zielen opnieuw te worden gerevitaliseerd: deze gewone, onbeduidende persoon, die onder ons leeft en lange tijd door ons is verworpen – is Hij niet de Heer Jezus, die voor altijd in onze gedachten is, en naar wie we dag en nacht verlangen? Het is Hij! Het is Hem echt! Hij is onze God! Hij is de waarheid, de weg en het leven! Hij heeft ons toegestaan om weer te leven, het licht te zien en heeft ervoor gezorgd dat onze harten niet langer dwalen. We zijn teruggekeerd naar het huis van God, we zijn teruggekeerd voor Zijn troon, we staan oog in oog met Hem, we hebben Zijn aangezicht aanschouwd en de weg die voor ons ligt gezien. In die tijd zijn onze harten volledig door Hem overwonnen; we twijfelen er niet langer aan wie Hij is en werken niet langer Zijn werk en woord tegen, en we vallen helemaal neer voor Hem. We wensen niets anders dan de voetsporen van God voor de rest van ons leven te volgen en door Hem te worden vervolmaakt en Zijn genade terug te betalen en Zijn liefde voor ons terug te betalen en Zijn orkestraties en arrangementen te gehoorzamen, en samen te werken met Zijn werk, en alles te doen wat we kunnen om te voltooien wat Hij ons toevertrouwt.

Worden overwonnen door God is te vergelijken met een vechtsport wedstrijd.

Elk woord van God slaat op onze dodelijke plek en maakt ons bedroefd en bang. Hij onthult onze opvattingen, onthult onze verbeeldingen en onthult onze verdorven gezindheid. Door alles wat we zeggen en doen, en elk van onze gedachten en ideeën, worden onze natuur en substantie onthuld door Zijn woorden, hetgeen ons vernederd en bevend van angst laat zijn. Hij vertelt ons over al onze acties, onze bedoelingen en intenties, en zelfs de verdorven gezindheid die we zelf nooit hebben ontdekt, waardoor we voelen dat we in al onze armzalige onvolkomenheid worden blootgelegd en raken we zelfs volledig overtuigd. Hij oordeelt ons voor onze opstand tegen Hem, tuchtigt ons voor onze godslastering en veroordeling van Hem, en geeft ons het gevoel dat we in Zijn ogen waardeloos zijn en dat we de levende Satan zijn. Onze hoop wordt vernietigd, we durven geen onredelijke eisen meer te stellen en pogingen aan Hem te doen, en zelfs onze dromen verdwijnen van de ene dag op de andere. Dit is een feit dat niemand van ons zich kan voorstellen, en dat niemand van ons kan accepteren. Onze gedachten raken voor een moment uit balans, en we weten niet hoe we verder moeten gaan op het pad dat voor ons ligt, we weten niet hoe we verder moeten gaan in onze overtuigingen. Het lijkt erop dat ons geloof terug is gegaan naar het allereerste begin en dat we de Heer Jezus nooit hebben ontmoet en geen kennis met Hem gemaakt hebben. Alles voor onze ogen verbijstert ons en geeft ons het gevoel dat we op drift zijn gezet. We zijn wanhopig, we zijn teleurgesteld en diep in ons hart is er een onbedwingbare woede en schande. We proberen stoom af te blazen, proberen een uitweg te vinden, en bovendien proberen we te blijven wachten op onze Heiland Jezus en onze harten naar Hem uit te storten. Hoewel er momenten zijn dat we noch hoogmoedig noch nederig zijn aan de buitenkant, zijn we in onze harten geteisterd door een gevoel van verlies als nooit tevoren. Hoewel we soms ongebruikelijk kalm lijken aan de buitenkant, ondergaan we van binnen golvende massa’s pijniging. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons alle hoop en dromen ontnomen, hebben ons zonder onze buitensporige verlangens laten zitten, en niet bereid om te geloven dat Hij onze Redder is en in staat om ons te redden. Zijn oordeel en tuchtiging hebben een diepe kloof geopend tussen ons en Hem en niemand is zelfs bereid die over te steken. Zijn oordeel en tuchtiging zijn de eerste keer dat we zo’n grote tegenslag en zo’n grote vernedering ondergaan. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons in staat gesteld om Gods eer en intolerantie voor de overtredingen van de mens oprecht te waarderen, in vergelijking waarmee we zo laaghartig en onzuiver zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons voor het eerst doen beseffen hoe arrogant en pompeus we zijn, en dat de mens nooit de gelijke van God zal zijn, of op één lijn met God. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons doen verlangen om niet langer in zo’n verdorven gezindheid te leven, en hebben ons ertoe aangezet om zo snel mogelijk van die natuur en substantie af te komen, en niet langer door Hem verafschuwd te worden en walgelijk voor Hem te zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ervoor gezorgd dat wij graag Zijn woorden gehoorzamen, en niet langer bereid te zijn om tegen Zijn orkestraties en arrangementen te rebelleren. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons opnieuw het verlangen gegeven om te blijven leven en hebben ervoor gezorgd dat wij hem graag als onze Redder accepteren. … We zijn het overwinningswerk uitgelopen, zijn uit de hel gestapt, zijn uit het dal van de schaduw van de dood gestapt. … Almachtige God heeft ons gewonnen, deze groep mensen! Hij heeft over Satan gezegevierd en al Zijn vijanden verslagen!

We zijn gewoon zo’n gewone groep mensen met een verdorven satanische gezindheid, wij zijn degenen die door God zijn voorbestemd voor de tijdperken en we zijn de behoeftigen die God heeft opgeheven uit de mesthoop. Wij hebben eens God verworpen en veroordeeld, maar nu zijn wij overwonnen door Hem. We hebben het leven ontvangen en de weg van het eeuwige leven van God ontvangen. Ongeacht waar we op aarde zijn, ondanks vervolging en verdrukking, we kunnen niet gescheiden zijn van de redding door Almachtige God. Want Hij is onze Schepper en onze enige verlossing!

De liefde van God strekt zich uit als het water van een bron, en wordt gegeven aan jou, aan mij, aan hem en aan allen die oprecht de waarheid zoeken en die op de verschijning van God wachten.

Net zoals de maan altijd de zon volgt, houdt het werk van God nooit op, en wordt uitgevoerd op jou, op mij, op hem en op allen die de voetsporen van God volgen en het oordeel en de tuchtiging van God aanvaarden.

23 maart 2010