Wanneer we denken aan de naam van de Heer Jezus, dan denken we vaak aan deze Bijbelverzen: “Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!” (Hebreeën 13:8). “Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt” (Handelingen 4:12). Door deze verzen geloven velen dat de naam van de Heer Jezus nooit zal veranderen, en dat als Zijn naam niet Jezus is wanneer Hij terugkomt in de laatste dagen, we dan moeten weigeren om in Hem te geloven of om Hem te volgen.
Maar sommige broeders en zusters vragen: Hoewel de woorden “Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!” (Hebreeën 13:8) inderdaad zijn opgenomen in de Bijbel, bevat Openbaring ook deze profetie: “Wie overwint maak ik tot een zuil in de tempel van mijn God. Daar zal hij voor altijd blijven staan. Ik zal op hem de naam schrijven van mijn God en van de stad van mijn God, het nieuwe Jeruzalem dat bij mijn God vandaan uit de hemel zal neerdalen, en ook mijn eigen nieuwe naam” (Openbaring 3:12). Gods woorden zeggen heel duidelijk dat wanneer Hij terugkeert in de laatste dagen, Hij een groep overwinnaars zal perfectioneren, en dat Hij een nieuwe naam zal hebben. Aangezien God een nieuwe naam zal hebben in de laatste dagen, zal Hij dan nog steeds de naam Jezus kiezen? We moeten dus niet te snel zijn om te verklaren dat Gods naam nooit zal veranderen.
Kan Gods naam dus veranderen? Zal God in de laatste dagen nog steeds Jezus heten? Vandaag zullen we over deze vragen praten. Moge de Heer ons leiden.
Eigenlijk weten degenen die bekend zijn met de Bijbel allemaal dat voordat God Mozes beval de Israëlieten uit Egypte te leiden, Hij geen naam had. Toen mensen uit die tijd tot Hem baden, baden ze tot “De God van Abraham, de God van Izaäk, de God van Jacob.” De naam “Jehova” was de naam die God gebruikte toen Hij de Israëlieten uit Egypte leidde en het werk van het Tijdperk van de Wet begon. Net zoals het in de Bijbel is geschreven: “Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ “En God zei bovendien tegen Mozes: Zo zul je tegen de kinderen van Israël zeggen: ‘Jehova, de God van jullie vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij naar jullie gestuurd. Dit is voor eeuwig mijn naam en dit is mijn gedenkteken voor alle generaties’” (Exodus 3:15).
Dit is de oorsprong van de naam Jehova. Nadat God de naam Jehova aannam, begon Hij het werk van het Tijdperk van de Wet, leidde de Israëlieten uit Egypte, vaardigde de wetten en geboden uit, leerde de mensen hoe ze Hem moesten aanbidden, hoe ze altaren moesten bouwen en hoe ze op aarde moesten leven, enz. Iedereen die Zijn wetten overtrad werd verbrand of gestenigd tot de dood, en onder de wetten aanbad iedereen Jehova God, iedereen hield Zijn naam boven alles, en iedereen maakte offers op Zijn altaar, tot aan het einde van het Tijdperk van de Wet. In het Tijdperk van de Wet drukte Jehova God de gezindheid uit van verbranden en vloeken, en deed Hij het werk van het begeleiden van de levens van mensen op aarde, en God koos de naam Jehova op basis van het werk dat Hij deed en de gezindheid waaraan Hij uiting gaf. Om die reden werd “Jehova” Gods vaste naam in het Tijdperk van de Wet.